In mijn leven heeft het wandelen steeds een grote rol gespeeld, maar waardoor deze obsesie is begonnen zal voor mij nooit geheel duidelijk zijn.
Ik was de oudste van een redelijk groot gezin van uiteindelijk 9 kinderen. Na mij kwamen eerst vijf zusjes, dus het was regelmatig oppassen op hun als mijn moeder aan het werken was.
We hadden het niet breed en het broodbeleg was meestal reuzel met wat zout er op gestrooid. Ik ging wel eens naar mijn oma om daar, als ik tenminste eerder was dan een neefje Dick een kapje van het brood te krijgen met suiker erop.
We woonde trouwens een tijdje bij opa en oma in, want ik was blijkbaar iemand die graag met lucifers speelde en waarschijnlijk ook rond mijn derde jaar het huis in Spoorwijk in de brand had gestoken. Zodat we moesten intrekken bij Opa en Oma in de Anton de Haenstraat in Den Haag.
Zelf noemde ik met me een Hagenaar, die geboren was bij de Laan van Meerdervoort, maar daarna konden we ons niet handhaven en ging wonen op de Hoefkaai dus werd een Hagenees ;-)
Er zat toch wel een kleine brandstichtertje in mij.
Want kan me herrinneren dat we bij de spoorbrug bij de Laakkade gingen zwemmen met een aantal vriendjes, maar ik had een aansteker van mijn vader "geleend" en toen ik het vlammetje bij een droge bremstruik hield. Stond binnen een fractie de hele spoorberm in brand. De brandweer moest blussen en het trein verkeer tussen Den Haag en Delft lag stil.
De derde maal was toen ik ging werken in Hoornwijk het restaurant bij de Hoornburg in Rijswijk. Daar stond in de kleedkamer van de koks schilderspullen. Daarbij stond een fles terpetine. Nu ik verteld dat dat brandbaar was, maar een collega geloofde dat niet dus ik schonk een scheut in de bak van de douchcel. Stak het aan maar het stroomde uiteen en het douche gordijn vatte vlam. Gelukkig kon ik dat allemaal vlug doven. Anders was het einde van mijn pas verworven betrekking geweest.
Mijn vader (stiefvader) werkte in de haven van Rotterdam als kraanmachinist en had vele nachtdiensten. Hij had eerst op een locomotief gewerkt in Westland voor de veiling daar, maar na een ernstig ongeval durfde hij dat werk niet aan. Ik heette in tijd Theo Schuil en wist niet beter.
Rond mijn 7e jaar kwam er een man aan de deur, die om mijn moeder vroeg. Dus Ma geroepen en na dat zij een gesprek hadden gehad was dat ome Henk. En ik met mijn zuster Rita mocht een weekend naar hem toe op de grote vrachtschip de Eben Haezer, die lag bij de Calve fabrieken in Delft toen dat weekend. We brachten een bezoek aan IJsoma, die had zo de naam gekregen, daar ze een cafe hadden bij de Rijswijkseweg waar we ijs kregen.
Later heb ik begrepen, dat ijsopa Hendrik Tromp vroeger een behoorlijk groot bedrijf had met een groot aantal ijskarretjes en een lunchroom. Eigenlijk drong het nooit tot mij door dat alleen mijn zuster Rita en ik bij oom Henk soms een weekendje er heen mochten.
Hij had een woonboot in Delft en dat was natuurlijk reuze spannend. Ik kan me nog herinneren dat bij hem het de eerste en bijna de enigste poging was om te leren schaatsen. Die doorlopers, zaten meer naast me schoenen als er onder en kan me niet herrineren dat ik ook echt geschaatst hebt.
Ja wanneer heb ik eigenlijk voor het eerst gewandeld, dat was bij de padvinderij. Ik was bij de welpen en we hebben in die tijd de ALN-wandeltocht in Den Haag gewandeld, vanuit de Haagse Dierentuin, die toen bij de Bezuidenhoutseweg en Koningskade dacht ik was. Ook hebben we de Duinenmars, St Jorismars en de Airbornetocht gewandeld, De laatste heb ik eigenlijk nadien nooit meer gewandeld en waarom niet ik weet niet, ondanks de geschiedenis van de operatie Market Garden mij interesseerde.
De padvinderij carrière heeft geen lange duur gehad, ondanks ik verrekt fanatiek was met luciferspakketten verkopen en Heitje voor een Karweitje.
Maar op een kamp in Heiloo werd ik naar huis gestuurd, omdat ik mijn eigen gevuld schuim wat ik van mijn moeder had mee gekregen weer terug pikte van de kampleiding uit hun kamer. Einde scouting en ook einde wandelen.
Ik had eigenlijk nooit zoveel binding gehad met de scholen. Want ik had eerst een kleuterschool en lagerschool in de buurt van de Farenheitstraat. Later werd het de School met de Bijbel, de Prinses Beatrixschool in de Saenredamstraat bij de Hoefkade. Waar we heen verhuisd waren, op huisnummer 777 was dat.
Nadat de dominee een keertje thuis was geweest op een avond. Ik weet het nog goed PSV speelde in een kwart finale en ik liet de dominee binnen. Mijn vader vroeg of die koffie wilde en riep door de gang naar een van mijn zusters dat ze even een kopje koffie moesten maken voor de dominee.Toen zei hij tegen de dominee dat die even moest wachten op mijn moeder en of hij het niet erg vond dat hij verder keek naar het voetbal.
Nu ik vergeet het nooit meer de dominee vertelde dat hij wel iets belangrijks had en dat was dat we onze kerkbijdrage niet hadden betaald. Mijn vader rees over eind riep door de gang "laat de koffie maar zitten want de dominee gaat weg en jullie hoeven nooit meer naar de zondagsschool".
En ik ging van de school met de bijbel naar de Montessorischool. Toen ik de lager school had voltooid, kreeg ik mijn getuigschrift met de naam Tromp. Hé dat is fout, maar toen moest mijn moeder me vertellen dat ome Henk, niet ome Henk was maar Paps.
Ja Paps moesten we hem noemen en geen Papa. Niets ten kwade over mijn vader Piet, want werkt hard voor het gezin en we werden allemaal het zelfde behandeld. Ik heb ook regelmatig een pak slaag gehad. Maar als je die niet kreeg werd je voor straf naar je kamer gestuurd. Nu dat was nog erger, dan zat je helemaal alleen en het was er erg koud. We hadden geen verwarming toen die tijd. De ijsbloemen stonden in de winter op de ramen en 's avonds kregen we een klinker gerold in een oude lap in ons bed als verwarming. Deze klinkers lagen op de potkachel voor dit doel in de winter met een pot pruttelkoffie, die er ook altijd stond.
Ik was elf jaar en mijn moeder werkte in de bibliotheek-kantoor-boekhandel Mecurius van tante Pleun op de Hoefkade, waar ik ook wel regelmatig was om boeken terug te zetten in de rekken als terug kwamen.
Daar vroeg ze wat voor sport ik zou willen doen en ik zei direct wandelen.
Waarom ik weet het niet waarschijnlijk door de intocht van de Vierdaagse die rechtstreeks zwart/wit werd uitgezonden en die we bij de buurvrouw mochten zien. Trouwens daar mochten we elke woensdagmiddag en zaterdagmiddag op onze sokken naar toe om televisie tekijken de Verrekijker, Varen is Fijner dan je denkt, en Pipo de Clown. Allemaal op de grond voor de televisie en mondje verder dicht.
Nu dat was wat in de gele gids of was het toen al de Gouden gids. Maar geen wandelclub te vinden. Nu toen werd het korfbal de vereniging Emma, een leuke gemengde sport. Ja ik weet het niet maar zowel op de kleuterschool als op de lager school had ik wel vriendinnetjes, maar geen vriendjes. Nu dat is niet geheel waar op de lagere school had ik één vriendje Evert, zijn vader was bij de marine en uitgezonden naar Nieuw Guinee. Helaas verhuisde die famile naar Noord-Holland bij Den Helder.
Maar met de korfbalclub wandelde we de Avondvierdaagse in Den Haag. Ja en daar zag ik een wandelclub. Netjes in de rij wandelende, allemaal een blauwe broek met een oranje bies, een grijze V-trui met een oranje stropdas en wit overhemd. De Haagse Wandel Vereniging.
Deze volgende dag zat de secretaris Piet (?) Vonk al bij mijn moeder en mijn moeder aan het haken of breien want de grijze trui moest zelf gemaakt worden. En ik zat bij de wandelclub.
Nu mijn eerste officiële wandeltocht als lid van een wandelclub. Allemaal keurig in rij en gelijk in pas. De vlag voorop en vooral zingen op de plaatsen waar de juryleden stonden voor de punten.
Liedjes als "Boldoot, boldoot moet er zijn" ,"een twee drie vier en al weer een kilometer", "O wat ben je mooi, pas gewassen zeker, in de Omo zeker" en meer van dat soort spul.
Weet ook nog dat ik al heel snel als controlepost ergens bij Wassenaar werd geplaatst om de controlekaarten te knippen. Met een band om controle en een echte kniptang, oei dat was belangrijk werk.
Tot zover het eerste hoofdstuk
Mocht je meer willen lezen over mijn wandelleven, maar ook mijn leven daarnaast.
Laat dan een berichtje achter en registreer je wel hiervoor anders kun je niet alle hoofdstukken lezen.